CAGAR - vertaling in Nederlands

schijten
cagar
mierda
defecar
poepen
defecar
cagar
caca
hacer caca
hacer popó
al baño
haciendo popo
kakken
cagar
onderschijten
cagar
schijt
cagar
mierda
defecar
schijten zijn
je poepen
tu caca
tu mierda
popó

Voorbeelden van het gebruik van Cagar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Tengo que ir a cagar.
Ik moet gaan kakken.
Tienes que cagar en alguna parte.
Je moet toch ergens poepen.
Me encanta cagar en un inodoro que no tiene tapa.
Ik schijt graag in een wc zonder bril.
Y créeme, esos niños nunca dejan de cagar.
Geloof me, die kinderen blijven kakken.
Creo que necesita cagar.
Ik denk dat hij moet poepen.
Los niños tienen que cagar.
Kinderen moeten kakken.
Y todo el mundo tiene que cagar.
En iedereen moet poepen.
¡No podías simplemente cagar en la pileta,¿eh?!
Je kon niet gewoon in de gootsteen kakken, hè?
Déjame cagar.
Laat me even poepen.
reír, cagar en sus pantalones.
in hun broek kakken.
Espera, que mi perro tiene que cagar.
Momentje, mijn hond moet poepen.
¡Tengo que cagar!
Ik moet kakken.
no podia cagar.
hij niet kon poepen.
Pero no lo van a hacer porque nadie quiere cagar sangre en la tele.
Maar dat doe je vast niet, want niemand wil bloed kakken op tv.
Puedo cagar donde quiera.
ik kan poepen waar ik wil.
No es raro que no pueda cagar.
Geen wonder dat ze niet kan kakken.
Solo si prometes no atarme y hacerme cagar en un cubo.
Net zolang je mij maar niet vast bindt. En in een emmer laat poepen.
No podías cagar durante dos semanas.
Je kon twee weken niet kakken.
Ella tenía que cagar.
Ze moest poepen.
¿Venir aquí y cagar en nuestro patio trasero?
Helemaal hier naar toe komen en in onze achtertuin schijten?
Uitslagen: 251, Tijd: 0.3343

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands