Voorbeelden van het gebruik van Michi in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Te quiero, Michi.
Por cierto, Michi.
Trouwens, Michi.¿Estás celoso, Michi?
Ben je jaloers, Michi?Se lo dijo a Michi.
Hij vertelde dat aan Michi.Michi,¿qué sucedió?
Michi, wat is er?Se lo diremos a Michi.
We zeggen 't tegen Michi.No esperaba oírte decir"Michi".
Van jou verwacht niemand dat je' Michi' zegt.¿Cuándo vuelve Michi?
Wanneer komt Michi terug?Michi,¿puedo entrar contigo?
Michi, mag ik erbij?Michi, quiero pedirte un favor.
Ik moet je een gunst vragen, Michi.Mientes muy mal, Michi.
Maar je bent een slechte leugenaar, Michi.¿Y qué significa michi?
En wat betekent' michi'?Michi busca suicidas potenciales de forma extraoficial.
Michi loopt de zelfmoordwacht officieus.¿Has visto esto, Michi?
Heb je dit al gezien, Michi?La edición es de su hermano michi panero.
De montage is van zijn broer michi panero.Es perfecto para Michi, no te preocupes.
Dat is prima voor Michi. Helemaal goed.Dijiste que nunca habías leído las novelas de Michi.
Dat je nog nooit een boek van Michi had gelezen.Alquileres de vacaciones cerca de Michi no Eki Aso.
Hotels in de buurt van Michi no Eki Aso.Has dicho"Michi" con la cara muy seria.
Maar je zei' Michi' met zo'n stalen gezicht.Y que va a decir:"Buenos días, Michi".
En dan zegt ze:'Goedemorgen, Michi.'.
