ORINAR - vertaling in Nederlands

• plassen
• urineren
• pissen
• plas
• piesen
• plaste
• plast
• urineert

Voorbeelden van het gebruik van Orinar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Tenía que orinar.
Ik moest plassen.

No puedo orinar fuego un solo día más, hombre.
Ik kan niet nog een dag vuur pissen, man.

Necesidad frecuente de orinar, también por la noche;
Vaak moeten plassen, ook 's nachts;

Yo lo oí orinar.
Ik had hem al horen pissen.

¿Puedo orinar?
Mag ik plassen?

Todo lo que ella hizo fue orinar sobre mí.
Het enige wat ze ooit deed was op mij pissen.

¿Puedo orinar?
Mag ik urineren?

Detente, deja de revolcarte asi puedo orinar sobre ti.
Stop en blijf liggen, dan kan ik op je pissen.

Fumar caliente rubio orinar en escaleras al aire libre.
Roken warm blond het plassen op trap outdoor.

Supongo que debería orinar, mientras sepa qué es un inodoro.
Ik denk dat ik moet gaan plassen, nu ik nog weet wat een toilet is.

Y tengo que orinar.
En ik moet piesen.

¿Cuánto debe orinar en 8 horas?
Hoeveel moet je Urineren in 8 uur?

¡¿Cómo que no puedes orinar?
Waarom plas je niet?

Tengo que orinar.
Ik moet pissen.

Tengo que orinar.
Ik moet piesen.

¿Se puede orinar dentro?
Kan je hierin urineren?

¿Vas a orinar otra vez?
Moet je weer plassen?

¿Tienes que orinar?
Moet je plassen?

Una chica yendo a orinar no es lo que quiero ver-ver.
Meisje gaat plassen-plassen dat wil ik niet zien-zien.

Tienes que orinar.
Je moet plassen.