Voorbeelden van het gebruik van Willi in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Willi no murió inútilmente.
Willi tiene agua.
Willi heeft water.No sólo Willi.
Niet alleen maar Willi.Estoy en casa, Willi.
Ik ben thuis, Willi.Ahí está Willi Cicci.
Daar heb je Willi Cicci.Tienes razon, Willi.
Je hebt gelijk, Willi.Willi, confía en mí.
Willi, vertrouw me.Espera, eres Willi!
Wacht, is dat Willi!Willi, por desgracia, murió.
Willi is helaas overleden.Tu eres mi querido Willi.
Wat is er, mijn lieve Willi?No, Willi, espera.
Nee, Willi, wacht.Quieres un abrazo, Willi?
Wil je een knuffel, Willi?Pero Willi sólo tenía agua.
Maar Willi had alleen water.¿Cuando Willi se fue?
Voordat Willi vertrok?Willi,¿qué sucede?
Willi, wat gebeurd er?Siempre debes esperar a Willi.".
Je moet altijd op Willi wachten.".La reina nos necesita, Willi.
De Koningin heeft ons nodig, Willi.Maya y Willi han desaparecido.
Maya en Willi zijn verdwenen.Aguanta, Willi, Estoy llegando!
Hou vol, Willi, ik kom!Willi ha dicho la última palabra.
Willi heeft toch het laatste woord.
