Ejemplos de uso de Niet schreeuwen en Holandés y sus traducciones al Español
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Niet schreeuwen, anders schiet ik.
Niet schreeuwen, niet rennen.
Niet schreeuwen, alsjeblieft.
Niet schreeuwen, Danny.
Onthoud, wat er ook gebeurt, niet schreeuwen.
Nee, nee, meid, niet schreeuwen.
Pa, niet schreeuwen.
Maar als het toch pijn doet, niet schreeuwen.
Niet schreeuwen, niet schreeuwen.
Alsjeblieft, niet schreeuwen.
Nancy, niet schreeuwen.
Je wilt niet schreeuwen, maar soms kan het niet anders.
Niet schreeuwen.
Brand! Niet schreeuwen!
Ze zal niet schreeuwen.
Alleen zwijgen en niet schreeuwen.
Hij mag niet schreeuwen.
Niet schreeuwen of ze gaat dood.
Niet schreeuwen, gezond verstand hebben.