Exemples d'utilisation de Ik ben maar en Néerlandais et leurs traductions en Français
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ben maar op doorreis.
Ik ben maar een waarnemer.
Ik ben maar het stofbewaarders jongetje.
Ik ben maar een uurtje weg.
Ik ben maar een cameraman.
Ik ben maar een meeloper.
Ik ben maar acht weken weg.
En ik ben maar een slechte herinnering.
Ik ben maar 2 dagen weg geweest? .
Ik ben maar in twee dingen goed.
Ik ben maar een idioot, maar ik sta op de grond.
Ik ben maar een dag weg.
En ik ben maar een klein meisje!
Ik ben maar een hoofdbutler.
Ik ben maar geprogrammeerd om olie te verkopen
Ik ben maar een last voor je.
Ik ben maar de chauffeur.