Examples of using Één groep in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Geneesmiddelen van één groep, zelfs analogen.
Meisjes, 42 jongens en één groep van kinderen werden voorgedragen.
Ook ben je niet gelimiteerd tot één groep.
Vernieuwde boerderij, verhuurd slechts één groep.
De droge koeien staan bij elkaar in één groep.
Metingen met A-scan afbeeldings-& meterinstellingen in één groep.
Een ideologie en niet één groep.
Dit gaat over onze krachten samenvoegen naar één groep.
Opmerking: Elk webonderdeel kan alleen tot één groep behoren.
Voor 2018 hebben we nog plaats voor één groep.
Van veraf lijkt het alsof het één groep is.
Vijf uit één groep.
We kunnen niet goed zoeken als één groep.
Er is meer dan één groep.
was er één groep.
U kunt meerdere items op een pagina of uitvouw combineren tot één groep.
Het monitoren van de status en beheren van individuele binnenunits is mogelijk één groep.
Wij zijn één groep.
U kan zich beperken tot drie, twee of zelfs één groep.
Het gemak van een compleet assortiment groenten en fruit binnen één groep.