Examples of using Groep in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En in groep 4 begon je met skateboarding.
Deze groep niet.
De groep is terug samen!
De groep van Kaz is misschien de veiligere optie.
A&B Groep officieel gecertificeerd voor ISO 27001.
Ik begrijp het, maar mijn groep.
Die groep is heel selectief.
Blijf in jullie groep en ga naar de auto.
En in groep 4 begon je met skateboarding.
Er staat een groep hoeren in de gang.
De groep kneusjes die terugvechten tegen de pestkoppen.
Deze groep heeft net weer een kind gepakt.
De dynamische wereld van PAX Groep.
Dit is de groep Coexister.
De oude groep is niet veel veranderd.
Iedereen van Nogales, groep A, D, E.
In groep 8 was er een meisje.
Een groep mannen met wapens hebben ingebroken in ons appartement.
Maasland Groep Home.
Hij maakte deel uit van een groep die mijn zoon had vermoord.