Examples of using Aardappelpuree in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ingredients 1/3 kopje zoete aardappelpuree(liefst vers gekookt).
Lekker met brood, aardappelpuree of rijst.
We hebben wat kip en wat aardappelpuree.
Lekker met roergebakken spinazie en aardappelpuree.
Deze gebakken scholfilet met groene asperges en courgettes serveer je met aardappelpuree.
Elke dag aardappelpuree.
Geniet met romige aardappelpuree en seizoensgroenten.
Hertenvlees met zoete aardappelpuree.
En spinazie. Ja, aardappelpuree en worteltjes.
Ik zal je wat aardappelpuree maken.
En spinazie. Ja, aardappelpuree en worteltjes.
Ik wil de knoedels en aardappelpuree van mama.
Ik wil geen aardappelpuree.
Ribstuk, broccoli en aardappelpuree.
Corn-beef hash, bonen en aardappelpuree.
En ik wilde extra jus op mijn aardappelpuree.
Ze maken een mooie aardappelpuree.
De gebraden kip? En aardappelpuree.
Het syndroom van de aardappelpuree.
Niet te zuinig met die aardappelpuree.