Examples of using Bitterzoet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maar het voelde wel bitterzoet.
Hun geur prikt bitterzoet in m'n neus.
Eigentijds, bitterzoet relatiedrama over het klassieke dertigersdilemma van kinderen krijgen?
Het is bitterzoet om je te horen lachen.
De smaak is bitterzoet en iets hoppig.
Niets bitterzoet aan mijn overwinning.
Smaak: Full bodied, bitterzoet, Oloroso sherry, walnoten.
Samenwerking is deze maand bitterzoet, Weegschaal.
Het is een zwaar okerblond bier, bitterzoet, zacht en volmondig.
Afscheid kan bitterzoet zijn.
Julian Graces dood is bitterzoet.
En die dag was… werkelijk bitterzoet.
zijn sommige eindes bitterzoet.
ook zoet of bitterzoet.
misschien bitterzoet.
Aangezien ik waarschijnlijk werkloos word, bitterzoet.
De geur is helder met iets van bitterzoet.
Bitterzoet en vreemd Erachter komen dat je kunt veranderen.
Ze noemen het bitterzoet.
Producten getagd met bitterzoet.