Examples of using Bloeitijd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De bloeitijd is eind april tot eind mei.
Bloeitijd: V. De bloemen ruiken heerlijk.
Bloeitijd V- VII. Zon, halfschaduw.
Haar bloeitijd is redelijk met 8-9 weken.
Tijdens de bloeitijd schilderde hij ze rechtstreeks op houten of koperen panelen.
Zijn Veda Kong is gekleed in de bloeitijd van de Kretenzer cultuur.
Na de bloeitijd één keer per twee weken voeding geven.
Bloeitijd V- VI. Zon, halfschaduw.
De bloeitijd van de plant is juni/juli.
Bloeitijd V- X. Het blad bestaat uit drie delen.
De lange bloeitijd maakt Bernagie tot een van de beste planten voor de tuin.
Alle zaden zijn getest op hun cannabinoïdegehalte en bloeitijd.
De late jaren '50 was de bloeitijd van de drive-in hamburgertent.
Schrijf je voorkeur van kleur, bloeitijd en hoogte op.
Dit is piek in de bloeitijd en bevruchting is gegarandeerd.
De bloeitijd is lang,
Zon, halfschaduw. Bloeitijd V- IX. Overblijvend.
Eénjarig. Bloeitijd III, IV.
Cocoa Kush heeft een bloeitijd van slechts 8-9 weken.
zorgt voor een heerlijke geur tijdens de bloeitijd.