Examples of using Bouw van de kerk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
In 1951 begon de bouw van de kerk.
In 1902 begon men aan de bouw van de huidige kerk.
Daadwerkelijke bouw van de kerk begon in 1882, onder leiding van architect Francisco de Paula del Villar tot 1883.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven om het kwade te verzegelen.
Bouw van de kerk begon in de 14e eeuw en kwam gereed in 1511 met de zuidelijke toren.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius… beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven… om het kwade te verzegelen.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius… beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven… om het kwade te verzegelen.
het doopvont zijn uit de tijd van de bouw van de kerk.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius… beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven… om het kwade te verzegelen.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius… beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven… om het kwade te verzegelen.
Aan het einde van een van de dwarsstraten werd op 26 maart 1647 begonnen met de bouw van de kerk.
Toen hij terugkeerde naar keizer Justinius… beval hij de bouw van de kerk en die dan te begraven… om het kwade te verzegelen.
Het hout van het nooit verwoestte dak wordt dendrochronologisch gedateerd op circa 1440, hetgeen wijst op een bouw van de kerk in het begin van de 15e eeuw.
In 1501 zorgde hij voor de financiering van de bouw van de kerk van Bevern, die hij in 1506 wijdde.