Examples of using Carls in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als Carls lijk wordt gevonden.
De Ariër met 't kogelgat in zijn voorhoofd is Carls.
Ik ben Carls vrouw.
Ik heb Benson, Carls en Popovitch.
De Kendall Pryce uit Carls slaapkamer.
Lk heb Benson, Carls en Popovitch.
Ik ben ook eens bij 'n Carls Jr.
De Ariër met het kogelgat is Carls.
De tijd op Carls horloge en Carls bloed op de visspeer.
De anderen zijn Benson, Carls en Popovitch.
Jij kunt nooit bij Carls groep.
Ik heb Benson, Carls en Popovitch.
Jij kunt nooit bij Carls groep.
De Arier met 't kogelgat is Carls.
Ik zag Carls vrouw daarnet.
Ik en mijn familie had een goede tijd op Carls.
Carls truck van 19 ton vervoert 26 ton vuilnis.
Carls hart begaf het onderweg naar het ziekenhuis.
Ze wist Lori en Carls namen.
Ik wist alles van Carls verleden.