Examples of using Computerspel in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het gaat over een computerspel.
We spelen een computerspel.
Voorbeeld van de gebruikersinterface van een computerspel.
We zitten in een computerspel.
Ik heb een computerspel.
Het is een computerspel.
Ik ga terug naar mijn computerspel.
Die jongens. O, het computerspel.
Ze speelt een computerspel.
Dit is een opname van een computerspel.
Het lijkt wel een computerspel.
Je bent m'n favoriete computerspel.
Dit is geen computerspel.
Dat is een computerspel.
Vrolijke Kerstmis GUI- speelgebied voor het computerspel.
Het computerspel bestaat uit verschillende minigames die willekeurig gekozen worden door de computer.
Dit computerspel wordt gezien als de voorloper van computervirussen.
Een computerspel spelen.
Een computerspel, maar dan echt.
Een computerspel dat ik gedownload heb.