Examples of using Crasht in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als de vrachtwagen crasht, blaast de steen de stad op.
Dus als je crasht, geen explosie.
Z'n systeem crasht.
Hij crasht.
Als de website crasht, is het voorbij.
Terwijl een computer crasht, is een plotselinge stroomstoot, enz.
Het systeem crasht.
Als de TV software crasht, hangt MsWin ook regelmatig.
Als de website crasht, is het voorbij.
Jij crasht zowat overal, en bent onvoorspelbaar.
Haar patiënt crasht.
Crasht vlucht 261.
En crasht dan in de Stille Oceaan.
Je crasht tegen dingen en je bent een bandicoot!
Hij crasht.
Als uw harde schijf is mislukt, is het crasht of is onmonteerbaar geworden.
Firefox crasht wanneer u een bestand probeert te downloaden| Mozilla Support.
Ja, en crasht ons naar de dood.
Het spel crasht.
Crasht. Crasht?