Examples of using Dochteren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem.
De dochteren van Zelafead spreken recht;
Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld;
Daartoe had hij zeven zonen en drie dochteren.
Het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem.
het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege Uw oordelen, o HEERE!
zo zullen wij onze dochteren nemen, en wegtrekken.
Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen,
Dat de dochteren Israels van jaar tot jaar heengingen, om de dochter van Jeftha, de Gileadiet, aan te spreken, vier dagen in het jaar.
het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege Uw oordelen, o HEERE!
laat de dochteren van Juda zich verheugen,
En dat Ezau zag, dat de dochteren van Kanaan kwaad waren in de ogen van Izak, zijn vader;
En dat wij onze dochteren niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren nemen voor onze zonen.
En Eleazar, de zoon van Aaron, nam voor zich een van de dochteren van Putieltot een vrouw; en zij baarde hem Pinehas.
En dat wij onze dochteren niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren nemen voor onze zonen.
En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job;
Zonen en dochteren zult gij gewinnen,
Het koninkrijk zal komen naar der dochteren van Jeruzalem.”{SR1: 178.1}.
En hij had dertig zonen; en hij zond dertig dochteren naar buiten, en bracht dertig dochteren van buiten in voor zijn zonen; en hij richtte Israel zeven jaren.
Ziet, de stem van het geschrei der dochteren mijns volks is uit zeer verren lande: