Examples of using Doug in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Doug zijn paard is verdwenen.
Doug helpt me.
Doug en Carrie.
Wanneer ga je het Doug en Silas vertellen?
Doug zou hier ook ergens moeten wezen.
Rechercheur, Doug van de balie.
Oke Doug, nog niet weggaan.
Doug heeft gelijk.
Die Doug boft maar, of niet soms?
Maar zo is Doug Heffernan niet, hè?
Waar gaat Doug Heffernan naartoe?
Als ik het Doug niet geef, gaat hij de bak in.
Hier Doug Guggenheim.
Hij zit bij Doug, aan zijn wetenschapsproject aan het werken.
Waarom niet gewoon Doug en homo?
Doug, mijn vriend.
En Doug, Doug is dood.
Morgenavond speelt Doug backgammon, dus.
Doug, kom op.
Helemaal Doug vergeten.