Examples of using Een kampioenschap in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En nooit een kampioenschap gewonnen.
Lakers fans vieren een kampioenschap met vernielingen.
We moeten een kampioenschap winnen.
Om te oefenen jullie twee races voor te stellen in een kampioenschap.
dat je samen een kampioenschap meemaakt.
Iedereen om hem heen mag gerust met een kampioenschap bezig zijn.
Bestijg het podium 15 keer in een kampioenschap.
Ik heb zojuist hun grootste hoop op een kampioenschap vernietigd.
Man, het is een kampioenschap, baby.
We moeten dit jaar een kampioenschap winnen.
Mijn zoon Luke speelt een kampioenschap.
Hij is in hongerstaking totdat de'Topes een kampioenschap winnen!
Je was teamgenoten op een kampioenschap rugby team.
Dan wil je een kampioenschap winnen.
Het seizoen werd afgesloten met een kampioenschap.
De Lions hebben vier keer een NFL kampioenschap gewonnen.
Inge Görmer was vijf keer present op een internationaal kampioenschap.
Hier wordt elk jaar een kampioenschap gehouden.
Het koste me een kampioenschap.
De coach ruikt een kampioenschap.