Examples of using Eter in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een kannibaal. Eter van menselijk vlees.
Vast een eter zoals haar vader.
Uit de eter kwam voort… Dat is een gek raadsel.
Uit de eter kwam vlees voort. Vertel het ons.
Ben jij ook benieuwd naar het type eter dat jij bent?
onverzadigbare eter.
Eenheden voor hoogte(f)eet of(m)eter.
Eenheden voor hoogte(f)eet of(m)eter.
Hij is een lastige eter.
De onverteerbare zaden komen te voor- schijn met de uitwerpselen van de eter.
Ons menu heeft veel verschillende opties om elk type eter te plezieren.
Slet, bokser en eter.
Wees een snack eter!
Oh, jawel, ik ben gewoon niet zo'n grote eter.
Nou ben jij geen enthousiaste wafel eter.
We weten niet of het een eter was.
Waarschijnlijk denkt hij nu dat ik een eter ben geworden.
Je noemde me Peter de Eter.
M'n broer denkt vast dat ik nu een eter ben.
Hij is geen eter.