Examples of using Fluistering in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De levendige en oprechte fluistering van de wind in de oren horen.
Hij komt via je oor binnen, door een fluistering.
Hij dempte zijn stem tot een fluistering.
Geen fluistering.
Nog geen fluistering.
geniet van de fluistering van het verleden.
Jij bent de meester van de Fluistering.
Zijn vader, gevangen in hun net en naar beneden gesleept zonder enige fluistering.
Nog geen fluistering.
Een fluistering zo dicht bij je oor… dat je de hete adem langs je ruggengraat voelt tintelen.
Een andere manier is het beoefenen van een innerlijke fluistering als het voertuig van verlangen, vertrouwen en realisatie.
hoorde ik een fluistering in mijn brein.
Plons heet haar stuk voor tien musici- een big band van de fluistering.
Dat je de hete adem langs je ruggengraat voelt tintelen. Een fluistering zo dicht bij je oor.
Laten we daarom luisteren naar de fluistering van Gods Geest in de schoonheid van elke cultuur.
Het lijkt erop… dat wij vertrekken… met een fluistering… een beangstigende, oorverdovende stilte.
En toch is er een fluistering in mijn oor die, me verteld dat ik verkeerd was,
Maar nu fluisterden er fluisteringen in de gangen van het kasteel.
Om iets langer te kunnen genieten van de fluisteringen van een droom?
woorden worden fluisteringen.