Examples of using Freak in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Richie is een freak.
Ik heb nooit gewild dat de wereld haar in een Freak zou veranderen.
Nee, nee, je bent geen freak.
Ik was een freak.
Dit is jouw schuld. Freak.
Je bent een totale controle freak die alles krijgt wat ze wil.
De control freak en de man die nooit gecontroleerd moet worden.
Hij was een circus freak, toch, net als Bozo de Clown?
Jij freak.
Een ter goeder trouw freak show?- Natuurlijk.
Een ter goeder trouw freak show?- Natuurlijk?
Een kleine punky freak, huh?
Hij was 'n controle freak die met mensenlevens speelde.
Jij bent de grootste regel freak die er is.
Ik liefde pesten een real voet freak als u.
Wees jezelf, hoe freak je ook bent.
Maar ze is zo'n control freak.
Jij bent zo'n control freak.
Meid, ik ben geen circus freak.
Ga zitten, freak.