Voorbeelden van het gebruik van Freak in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Niemand wil toegeven dat z'n vader een freak is?
Je bent geen freak. Nee!
En een freak.
Zagen me als een freak. En mensen.
Ik wist niet dat Tim een freak was.
Hij is een freak. Verbaast me niets.
Je maakte een freak van ons.
Of misschien deed je vader iets met die freak, iets wat je niet weet.
Daarom is het zo'n freak.
Je hebt liever de freak.
Sookie. Jij bent de freak, Cindy.
Ik voel me net een freak.
Een freak. Maar hier… tussen de monsters… ben ik normaal.
Dit is alleen voor freak vrouwen.
Ze is een freak.
Cole is een freak.
Ik ben een freak.
Nee, hij is een freak.
jij vriendeloze freak?
Hij is een freak.