Examples of using Halletje in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het appartement heeft een eigen opgang met halletje.
Ingang naar het halletje van het gastenhuis.
Het toilet is apart in het halletje.
Het heeft een eigen ingang met een halletje.
Apart toilet in het halletje richting eerste verdieping.
Entree op straatniveau; halletje met meterkast;
De voordeur met daarachter een halletje en de badkamer.
Ga door de deur achter in dit halletje.
Zicht vanaf de voordeur in het halletje.
Het hangt boven de spiegel in ons halletje.
keuken met bar en het halletje.
Je komt binnen in een halletje met toilet met fonteintje.
Indeling U betreedt de woning in een, afgezonderd, halletje.
Het lijkt op een halletje, maar kleiner.
Halletje met trap van de 1ste etage.
Rechts en links van het halletje zijn er 2 twee persoons slaapkamers.
Halletje, een open keuken,
Halletje met achterdeur welke toegang geeft tot het terras aan de achterzijde van het huis.
Je bent ingestort in je halletje op de verjaardag van je vriendin.
De woning heeft een eigen entree welke toegang geeft tot een halletje met kapstok.