Examples of using Hela in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hela, stop.
Hela, waarom heb je je bord niet leeggegeten?
Prachtige vintage bureau lamp van het Duitse merk Hela.
Hela, Jef.
Ik was met Hela.
Hela, alleen maar een kleintje.
Hij nam een schijf appel en implanteerde het met HeLa cellen.
Hela, heeft er iemand mijn vakliteratuur gezien?
Speelplaats- runt hela huset.
Hela, heeft er iemand mijn vakliteratuur gezien?
Jij moet Hela zijn.
Hela, domoor!
Je mag Asgard hebben. Hela, genoeg!
Je mag Asgard hebben. Hela, genoeg.
Ze heeft maar drie poten. Hela.
Surtur vernietigt Asgard en hij vernietigt Hela.
Wie is er de oudste? Hela kindjes!
Je mag Asgard hebben. Hela, genoeg.
De weersverwachting voor Sincha Hela voor de komende 5 dagen.
Draai rechts… Hela… een Lift.