Examples of using Hij vertrouwt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lemand die hij vertrouwt.
Lees waarom hij vertrouwt op KBC Brussels.
Ja. Hij vertrouwt me volledig.
Alex Hern vertelde ons over de apps die hij vertrouwt op.
En hij vertrouwt me.
Hij vertrouwt mij persoonlijk.
Hij vertrouwt Gaspard.
Hij vertrouwt mij met zijn leven.
Wees geduldig. Hij vertrouwt me nu.
Jij bent de enige mens die hij vertrouwt.
Alles goed.- Hij vertrouwt ons vandaag.
Jij bent de enige die hij vertrouwt.
We hebben iemand nodig die hij vertrouwt.
Iemand die hij vertrouwt zei dat het waar was.
Als hij het neemt, hij vertrouwt ons.
Ik ken hem, hij vertrouwt me.