IK WIL JE SPREKEN in English translation

i want to talk to you
ik wil met je praten
ik wil je spreken
ik moet met je praten
ik moet je spreken
wil ik het met je hebben
ik met je wil bespreken
ik wil het even met je
ik wii met je praten
i wanna talk to you
ik wil met je praten
ik wil je spreken
ik met je wil bespreken
ik wil het met je hebben
i would like to talk to you
ik wil met je praten
ik wil graag met je praten
ik wil u spreken
ik zou graag met je praten
ik wil u graag even spreken
ik wil het met u hebben
ik zou je graag spreken
ik met u wil bespreken
ik zou u graag even willen spreken
we need to talk
we moeten praten
we moeten bespreken
ik moet je spreken
ik wil je spreken
ik wil met je praten
i want to speak to you
ik wil je spreken
ik wil met je praten
ik moet je wat zeggen
i wanna see you
ik wil je zien
ik wil je spreken
i need to speak to you
ik moet je spreken
ik moet met je praten
ik wil je spreken
ik wil met je praten
i want a word with you
ik wil je spreken
ik wil met je praten
ik wil even met je
ik wil een woordje met je
i would like to see you
ik wil je zien
ik wil je graag zien
ik zou graag zien dat je
ik wil u graag spreken
wil je even
i would like a word
ik wil even
ik wil je graag spreken
ik wil graag een woord
ik zou je willen spreken
i wanna speak to you

Examples of using Ik wil je spreken in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik wil je spreken over wat er vanavond is gebeurd.
I would like to talk to you about what happened tonight.
Albert, ik wil je spreken.
Albert, I want to speak to you.
Ik wil je spreken over Bradshaw.
I wanna talk to you about Curtis Bradshaw.
Ik wil je spreken. Deur dicht.
We need to talk. close the door.
Weg! Ik wil je spreken.
En ik wil je spreken.
And I want to talk to you.
Frank, ik wil je spreken.
Kolonel Bowie, Ik wil je spreken.
Colonel Bowie, I want a word with you.
Ik wil je spreken betreffende George Bennett.
I would like to talk to you about George Bennett.
Sean, ik wil je spreken.
Sean, I need to speak to you in my office.
Ik wil je spreken over.
I wanna talk to you about.
Neem op, ik wil je spreken.
Pick up. I want to speak to you.
Ik wil je spreken. Deur dicht.
Close the door. We need to talk.
Ik wil je even spreken. Rawlings.
Rawlings. I wanna see you for a minute.
Ik wil je spreken als broer.
I want to talk to you as a brother.
Nora, ik wil je spreken.
Miss Zinone, ik wil je spreken over je Shakespeare-opstel.
Miss Zinone, I would like to see you about your Shakespeare essay.
Crowe, Ik wil je spreken, Kom op!
Crowe, I want a word with you. Come on!
Pierce, ik wil je spreken over je mogelijke executie.
Pierce, I would like to talk to you for a minute about your possible execution.
Lance, ik wil je spreken.
Lance, I need to speak to you.
Results: 423, Time: 0.0717

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English