Examples of using Irène in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wij zijn Jean-Paul en Irène Horstink.
Ik ben hierin 1935 geweest met Irène.
Ik verdedig Irène Volkov.
Maar als dat Irène is, kan ik dat echt niet aan.
Irène is een vriendelijke gastvrouw die je je thuis laat voelen.
Zelf trouwde hij met Irène Garin en ze kregen vier zoons.
Is het Irène?
Is het Irène?
Irène, ik beloof dat de douaniers die blijven, hier elke dag komen eten.
Irène Aebi(Zürich, 27 juli 1939)
Marie, Pierre, de kleine Irène en de man met wie zij later trouwde winnen vijf Nobelprijzen voor de wetenschap.
Marie, Pierre, de kleine Irène en de man met wie zij later trouwde winnen vijf Nobelprijzen voor de wetenschap.
Hier elke dag komen eten. Irène, ik beloof dat de douaniers die blijven.
Hier elke dag komen eten.- Denk je? Irène, ik beloof dat de douaniers die blijven.
Hier elke dag komen eten.- Denk je? Irène, ik beloof dat de douaniers die blijven.
in 1923 werd een dochter Irène geboren.
Irène is een mooie naam.
Irène? Hoe gaat het?
Irène ronselde 14 mensen!
Hoe gaat het? Irène?