Examples of using Leer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Leer me gebarentaal voor Sahara Miyoko.
Leer het verschil tussen waarheid en leugens.
Geef haar leer en een wapenrusting.
Producten getagd met leer hier duiken.
Knoop van leer met een metalen oogje.
Leer nieuwe vaardigheden,
Wat is de leer van de hel?
Leer jezelf kennen.
Leer anderen wat je weet.
Kijk en leer, Sonny Boy.
Geef haar leer en een wapenrusting.
Producten getagd met leer nu duiken.
Dans- Leer kinderen en jongeren uit de lokale gemeenschap verschillende dans technieken.
Nou, het nieuwe leer zegt me iets anders.
Deze nieuwe leer verbaast me.
Tags: auteursrechten, Leer Sarkozy, Hadopi, p2p.
Leer hem gewoon een beetje kennen.
Leer me hoe je het spel speelt.
Leer gewoon La'Darius' deel.
En leer rekt uit wanneer het nat is.