Examples of using Luka in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Leeft Luka nog?
Je moet Luka informeren. We gaan.
Je moet Luka informeren. We gaan.
Wat Luka Reggie aandeed? Ik zou praten.
Op zoek naar deals in Banja Luka?
Ik geloof dat Luka er is.
Ik zou dat Luka nooit aandoen.
Ik weet het niet. Waar is Luka?
Bedankt, Frank.- Zonder Luka is het zo stil.
Dat moest Luka geloven.
Je moet het Luka vragen.
We weten zeker dat Luka de dader is.
En dat de politie ene Luka Magnotta zocht.
Eerst word je helemaal gek omdat Luka kwaad is.
Ik moet degeen zijn die Luka het geld teruggeeft.
Smrceva Luka- het strand is gelegen op het zuidelijke deel van het eiland verborgen in de bodem van de baai.
Misschien vindt Luka het wel gek
Luka Terzik is herkent en deze 20-jarige vrouw lijkt op Ana.
Dus dat ze achter Luka en die tweede bizon aan gingen… Dat moest Luka geloven.
Plechtige inzegening van een beeltenis in originele grote door Mgr. Franjo Komarica in de trappistenabdij Sterre Maria, Banja Luka.