Examples of using Man des huizes in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mag ik de man des huizes spreken?
Jij was vroeger de man des huizes en kind tegelijk.
Tony wou de man des huizes zijn.
De man des huizes.
Ik ben de man des huizes.
Ik ben Falco, de man des huizes.
Kijk eens aan, de man des huizes.
Ik ben nu de man des huizes.
Nooit luisteren naar de man des huizes.
Als hij ouder is wordt hij de man des huizes.
Bij mij zou je de man des huizes zijn.
Ik was toen vijftien… en de man des huizes.
Schat, Ik weet dat dit allemaal moeilijk is voor jou, maar jij bent nu de man des huizes.
dit allemaal moeilijk is voor jou, maar jij bent nu de man des huizes.
Eric blijft hier als man des huizes.
Toen ik tegen een uur of 7 's avonds naar Deventer wilde gaan komt de man des huizes ineens met een digitale camera af!
Ben je slechts een oudere broer… of ben je de man des huizes? Dus vraag je dit af.
Je was niet hier toen Jonas huilde, of toen Charles op zijn borst sloeg om op zijn leeftijd te proberen de man des huizes te zijn.
Jonas huilde, of toen Charles op zijn borst sloeg om op zijn leeftijd te proberen de man des huizes te zijn.
Je was niet hier toen Jonas huilde, of toen Charles op zijn borst sloeg om op zijn leeftijd te proberen de man des huizes te zijn.