Examples of using Mankeren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Deze instrumenten zijn zeer robuust en mankeren bijna nooit iets.
Erachter komen wat ze mankeren.
Wat mankeren jullie toch?
Zijn liefdadigheid is constant, zonder mankeren.
Handhaaf regelmatige back-up van belangrijke partitie bestanden zonder mankeren.
Of liefde constant, zonder mankeren.
De elasticiteit van de huid zal verbeteren zonder mankeren.
Zonder mankeren.
Elk voorjaar, zonder mankeren.
Ik zal elke dag naar de meisjes gaan kijken, zonder mankeren.
Ik zal elke dag naar de meisjes gaan kijken, zonder mankeren.
En zonder uitzondering. Zonder mankeren.
Wi-fi werkte zonder mankeren, altijd in contact.
Zonder mankeren komen de tijgerhaaien hier elke zomer.
Voor de meer onverschrokken(en dat ben ik, zonder mankeren!).
Voed uzelf dus dagelijks zonder mankeren.
panel zonder mankeren naar waterbestendige lak te beschermen.
Verb afwezig zijn; mankeren; ontbreken; verzuimen.
Moet 'm wel iets mankeren.
Dient opgefrist te worden en mankeren de originele plastic stoppers Meer.