Examples of using Michal in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je moest het doen, Michal.
Je moest het doen, Michal.
Ik bied je mijn dochter aan, Michal.
Dat kan ik u niet beloven, meneer Michal.
Laten we gaan. Michal.
betwijfel ik of Michal het zou zeggen.
Het is Michal.
En ik jou als Michal blauwe wout.
Haal Michal.
Dus je bent verliefd? Michal.
Merab en Michal waren zijn oudste en zijn jongste dochter.
Alweer Michal Douglas.
Michal is een zeer gastvrije eigenaar.
Michal KLEIBER, voorzitter van de Poolse academie,
Ik houd er niet van dat Michal mij zo ziet, En ik denk dat het zo beter is.
En? Michal, als je hem laat vluchten, los je deze
Mikolajs zoon Michal is begonnen het kasteel te herbouwen volgens het plan van architect Teodor Bursze.
Toen zeide Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij alzo bedrogen
Michal, hij is een gek, geobsedeerd met mantra's over nederigheid,
Luister goed, Ik ga Michal H's nieuwe eisenlijst voorlezen,