Examples of using Minnie in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Minnie, mevrouw.
Minnie, de moeder van de laatste tsaar.
Minnie, wat doe je?
Bedankt dat u voor Minnie en haar jonkies gezorgd heeft.
Bedankt dat u voor Minnie en haar jonkies gezorgd heeft.
Zeg Minnie gedag voor me.
Yossel keek Minnie in de ogen en voelde… niets.
Minnie zal versteld staan!
Minnie heeft gelijk.
Minnie- pak 5 sokken 70% katoen 18% polyest Nieuw.
Doe dit ook met de minnie tube.
Je kunt moeilijk weg bij Minnie.
Hij noemde me Minnie.
Kom binnen.- Minnie, mevrouw.
Doe de deur open, Sylvester.- Minnie wat?
Waarom blijven we?- Minnie heeft gelijk.
Je kunt moeilijk weg bij Minnie.
Mam, dit is van Minnie.
Kom op, Minnie.
Zeg voor mij Minnie vaarwel.