Examples of using Morgenvroeg in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Flint wil morgenvroeg ons antwoord.
Ik zal mijn boekhouder morgenvroeg bellen.
Training begint bij morgenvroeg.
Morgenvroeg op de ambassade. Ik garandeer het.
We beginnen morgenvroeg met het werk.
Olaf komt morgenvroeg na het ontbijt op de brandstapel.
Majid Nassar en zijn cel zullen morgenvroeg dood zijn.
Ik zie je morgenvroeg, Freya.
Je krijgt hem morgenvroeg.
Morgenvroeg gaan we beginnen.
Ik ga morgenvroeg gelijk op weg.
U krijgt mijn rapport morgenvroeg.
Dan doen we het morgenvroeg.
Jullie kunnen 'm morgenvroeg zien.
zijn we er morgenvroeg.
Morgenvroeg, ik beloof het je.
Onze trein vertrekt morgenvroeg.
Ik moet m'n verhaal morgenvroeg binnengeven.
Ik dacht dat we morgenvroeg pas gingen.
Dat kan wel. Morgenvroeg.