Examples of using Nolan in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Liet David Nolan zichzelf nou gaan?
Ja, die Nolan is echt een zeer slechte kerel.
Een van de zusjes Nolan, toch?- Nee.
Eén van de zusjes Nolan, toch?- Nee?
We moeten terug naar Nolan voor een huiszoekingsbevel of zo.
Een kans voor Nolan om zich te herstellen.
Nolan, ik denk dat ik je iets moeten uitleggen.
En breng Nolan Stross binnen.
Nolan heeft gelijk, hij gaat haar vermoorden.
Nolan heeft een aanwijzing over Chapman.
Waarom doet Nolan dat?
Nolan wil je laten veranderen.
Nolan komt eraan.
Padma, ik denk dat Nolan je zoekt bij de bar.
Ja, Nolan zit vlak achter me.
Nolan doet de rest.
Ja, Nolan zit vlak achter me.
Agent… Ik ken alleen Nolan en dat ben je niet.
Dat Nolan daar was?
En Nolan ademt zelfstandig.