Examples of using Nomaden in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mijn kamp werd overvallen door Nomaden.
Zoals Vlo die nomaden en werkers vermoord heeft.
Stedelijke nomaden zijn avonturiers.
De nomaden zijn terug op het strand.
De nomaden zijn weer op het strand.
Nomaden hebben niet veel nodig.
Misschien komen de nomaden met hun kuddes.
Nomaden uit de woestijn.
Spreek. De nomaden vallen ons elke nacht aan.
Spreek. De nomaden vallen ons elke nacht aan!
Buitenbeentjes en nomaden.
De mensen die jullie barbaren noemen, zijn nomaden.
De leider van de Nomaden.
Dat zijn geen nomaden.
De leider van de Nomaden.
Als het smelt, komen de nomaden.
In dit Wilde Westen zijn er ook nomaden.
We waren eerst een soort nomaden.
De RTR is een trainingskamp voor beginnende nomaden.
Ze zijn nomaden geworden.