Examples of using Pfeffer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
meneer Pfeffer.
Oh, meneer Pfeffer, wacht even?
Meneer Pfeffer heeft recht op dat bureau.
Wat? Een naam, Charles Pfeffer.
Wat? Een naam, Charles Pfeffer.
meneer Pfeffer.
Meneer Pfeffer vroeg me naar een schuilplaats.
Meneer Pfeffer kan dicipline wel waarderen.
GCPD. Werkt hier ene Ryan Pfeffer?
GCPD. Werkt hier ene Ryan Pfeffer?
GCPD. Werkt hier ene Ryan Pfeffer?
Nou, hier zijn we dan meneer Pfeffer.
Het komt goed, meneer Pfeffer. Ik blijf.
Meneer Pfeffer, hoe kunt u zoiets zeggen?
Anne samen met meneer Pfeffer in die kamer.
Herr Pfeffer, u verdoet uw tijd niet.
Meneer Pfeffer, hoe kunt u zoiets zeggen?
meneer Pfeffer?
Vandaag is ook de geboortedag van Fritz Pfeffer.
Vervolgens wordt ook Fritz Pfeffer de kamer binnengebracht.