Examples of using Robot in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De robot volgden hun programma's.
Zal ik je een robot escorte meegeven?
Hij is een robot. Robot.
Alleen als ik een moordende robot gecreëerd heb.
Een robot mag een mens geen pijn doen.
Of een robot.
Laurie krijgt haar robot terug.
Ik dacht dat je met die robot zat te spelen.
Of de robot is uit de mouw.
Captain Typho, de strijd robot is klaar voor analyse.
Ik ben een robot.
Breng haar naar de robot.
Het moet een robot van Richard zijn.
Een soort robot.
Bedankt voor je werk, robot.
Ja. De robot hond.
We zijn geen robot we hebben gevoelens.
Kijk. Er is maar één robot.
Je hebt de robot.
Niet veel moeders vertrouwen hun kind aan een robot toe.