Examples of using Schatkaart in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een schatkaart naar zijn fortuin.
Met een schatkaart erin?
Jij hebt de schatkaart, hè?
Een schatkaart?
Er is geen schatkaart op de achterkant van het document.
Met het apparaat willen ze de schatkaart van de tempeliers ontcijferen.
Ik zal je een geheim vertellen over die schatkaart.
Dit is geen schatkaart.
Dames en heren… mijn deel van de schatkaart.
Jij hebt toch 'n deel van de schatkaart?
Het is geen schatkaart.
Alleen als je me de schatkaart geeft.
Wij hebben het laatste stuk van de schatkaart.
Het is duidelijk geen schatkaart.
Lariekoek, het kan nog steeds de schatkaart zijn.
Een soort schatkaart.
In elk level bevindt zich tevens een onderdeel van de schatkaart.
Het kan nog steeds de schatkaart zijn.
Het is een schatkaart.
Hij heeft de schatkaart.