Examples of using Thuis in bed in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lk lag thuis in bed.
Ik lag thuis in bed.
Ze zou thuis in bed moeten liggen.
Ik zou nu thuis in bed moeten liggen.
Thuis in bed, maar niet ingestopt.
vader en twee kinderen thuis in bed.
Ofwel werk ik hier of thuis in bed.
Wie liggen er nog meer thuis in bed?
was ik thuis in bed met jou.
Hij zegde dat hij thuis in bed was.
Leg Lucy bij jou thuis in bed.
Nee, wacht. Ik was thuis in bed.
Nee, wacht. Ik was thuis in bed.
Nee, wacht. Ik was thuis in bed.
Nee, wacht. Ik was thuis in bed.
ze zouden thuis in bed zijn.
Uh, we, uh je gaat thuis in bed, om dit te behandelen.
Dus u verondersteld dat ze thuis in bed is om 4:00u in de ochtend, juist?
lig ik thuis in bed.
Niet in een willekeurig stadje… net buiten Londen. Oh nee, dat kan niet, want ik hoor thuis in bed te zijn.