Examples of using Tinker bell in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tinker Bell is boven.
Nou bedankt Tinker Bell.
Wie is Tinker Bell?
Leuk geprobeerd, Tinker Bell.
Waar is Tinker Bell?
Schuif op, Tinker Bell.
Tinker Bell komt terug?
Arme kleine Tinker Bell!
Eigenlijk niet, Tinker Bell.
Kom dan, Tinker Bell.
Jij wel, Tinker Bell?
Kijk, het is Tinker Bell.
Tinker Bell dit is zo fascinerend.
Geen teken van Tinker Bell?
Wat is de jouwe? Tinker Bell.
Peter Pans beste vriend is Tinker Bell.
Tinker Bell, je kan tevoorschijn komen.
Tinker Bell. Leuk je te ontmoeten.
Het kan me niet schelen Tinker Bell.
Ben je nu ineens Tinker Bell?