Examples of using Toupet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dan kun je ook die toupet afdoen.
Die Sloerie! Je toupet!
Hij is anders zonder toupet.
Hij wist niet dat het onder die toupet geplakt is.
Eén klein probleem, het gevaar is zo nep als mijn ooms toupet.
Van al dat haar kun je een toupet maken.
Het was overduidelijk een toupet.
Dan vertel ik aan iedereen dat u een toupet draagt.
Het is een toupet.
De huishoudster heeft gebeld. Het toupet, Janet.
De huishoudster heeft gebeld. Het toupet.
U bent knapper zonder toupet.
U bent knapper zonder toupet.
Behalve een toupet.
Nooit geweten dat hij een toupet droeg.
Dat is de vraag. Toupet of niet toupet.
Mijn toupet! Ah!
Waar is mijn toupet?
Ik kwam kijken of ik mijn toupet hier heb verloren.
Dat is Walter's toupet.