Examples of using Two pair in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dan full house, three of a kind, two pair en one pair. .
dan heb je two pair.
waardoor Brunson nu two pair had en Ungar een straight draw.
verschillende suited connectors hebben eveneens goed getroffen two pair, straight.
Two pair of beter, wanneer je ervan uitgaat, met een blik op de gemeenschappelijke kaarten, dat je de beste hand hebt.
Een voorbeeld:"Elke keer wanneer ik pocket azen heb hit mijn tegenstander two pair, een set of flush op de river.
Zwakke draw- Er zijn 5 kaarten die jouw hand verbeteren tot een two pair of trips.
Heb je niet geraiset, dan beginnen de sterke handen pas vanaf two pair.
Met een set heb je natuurlijk een sterke hand, en wanneer je op één van de blinds two pair hit ook.
een paar dames, dus two pair.
daar we een goede kans hebben om onze hand tot de river te verbeteren tot de beste two pair.
de enige handen die jou hier eigenlijk verslaan zijn een two pair of een set, waardoor je jouw hand een sterke made hand mag noemen.
Tegenspelers die het board hebben getroffen kunnen hier minstens two pair hebben en het gevaar bestaat nu dat ze de flush verslaan met een full house.
Two pairs Twee combinaties van twee kaarten met dezelfde waarde.
Two pairs winnen het van high dice
De flop bracht- two pairs voor Alto en een voor Brunson.
Two pairs(twee paar): Serie van twee paar kaarten.
Je tegenstander heeft op dit board sets of two pairs.
Two pairs: Serie van twee paar kaarten.
Two pairs vrouw.