Examples of using Was gestrest in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij was gestrest.
Ik was gestrest.
Hij was gestrest, zijn ogen waren rood zijn cijfers gaan omlaag.
Dokter Greene?- Ik was gestrest.
Ik was gestrest, maakte er een zootje van.
Ik was gestrest en ik wilde een goede indruk maken
Heb je me daarom gebeld? Hij was gestrest, vermoeid en lichtelijk paranoïde,
Ik was gestrest en blij… tevreden,
Hij was gestrest, vermoeid en lichtelijk paranoïde,
Ik was gestrest en blij… tevreden, gemotiveerd, bezorgd, uitgeput en geïrriteerd.
dus ik was gestrest.
Ik was gestrest, afgeleid… meer dan ik heb toegegeven,
Hij was gestrest voor die promotie, maar de meesten hielden van Tom.
En deed alles wat ik kon om de juiste behandeling te vinden. En ik was gestrest.
En deed alles wat ik kon om de juiste behandeling te vinden. En ik was gestrest.
Je bent gestrest.
Ik ben gestrest.
Ik ben gestrest.
Nou, ik ben gestrest.
Ze is gestrest door iets en markeert haar territorium.