Examples of using Getrouwd was in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik vroeg me al af of je getrouwd was.
Maar ik wachtte toch ik getrouwd was.
Hij verzweeg voor mam dat hij getrouwd was.
Als jij getrouwd was, snapte je het.
Ik vond het erg zielig voor mijn moeder dat ze met die man getrouwd was.
Ik wist alleen niet dat je getrouwd was.
Ik ging alleen maar van je weg omdat ik getrouwd was.
Dacht dat hij getrouwd was.
Wat vond Natalie ervan dat je getrouwd was?
Ik kende een vrouw die al dertig jaar getrouwd was.
Ik weet dat je getrouwd was.
Ik wist niet dat ze getrouwd was.
Ik wist niet dat Chibs getrouwd was.
Logisch, dat hij getrouwd was.
Ik wist niet dat je getrouwd was.
Wist niet dat u getrouwd was.
Dit alles veranderde toen hij getrouwd was.
Hij vroeg of ik getrouwd was.
Natuurlijk moesten we dit geheim houden daar hij getrouwd was.
Ik denk dat hij getrouwd was.