GETROUWD WAS - vertaling in Duits

verheiratet war
getrouwd zijn
vrijgezel zijn
verheiratet
trouwen
uithuwelijken
uit te huwelijken
uithuwen
verheiratet gewesen war
eine Frau hat
een vrouw hebben
Ehe
huwelijk
voordat
trouwen
Hochzeit
bruiloft
huwelijk
trouwerij
trouwen
trouwdag
trouwfeest
trouwpartij
wedding
huwelijksfeest
verheiratet ist
getrouwd zijn
vrijgezel zijn
verheiratet warst
getrouwd zijn
vrijgezel zijn
verheiratet bin
getrouwd zijn
vrijgezel zijn

Voorbeelden van het gebruik van Getrouwd was in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik heb nooit gezegd dat hij getrouwd was.
Ich sagte nicht, dass er verheiratet ist.
Het is duidelijk dat je het wist.- Getrouwd was?
Das hast du doch gewusst. verheiratet?
Ze wachtte tot ze getrouwd was.
Sie wollte bis zur ihrer Hochzeit warten.
Steve Tomlin getrouwd was.
Steve Tomlin verheiratet war.
Dit is de man met wie ik getrouwd was, daar is die kanjer.
Das war der Mann, den ich geheiratet habe. Der starke Mann.
Omdat je getrouwd was met mijn baas.
Weil du mit dem Boss verheiratet warst.
We wisten niet eens dat hij getrouwd was.
Keiner wusste, dass er verheiratet ist.
Het is duidelijk dat je het wist.- Getrouwd was?
Verheiratet? Das hast du doch gewusst?
Je wist niet dat hij getrouwd was.
Sie wussten nicht, dass er verheiratet war.
Omdat u getrouwd was met mijn moeder.
Weil du mit meiner Mutter verheiratet warst.
dat ik vergat dat ik getrouwd was.
ich vergaß, dass ich verheiratet bin.
dr. Bettes getrouwd was.
Dr. Bettes verheiratet ist.
Behalve dat het koppel getrouwd was.
Mit Ausnahme, dass das Paar verheiratet war.
Omdat jij ooit getrouwd was met een indiaanse.
Weil du mal mit einer Indianer-Frau verheiratet warst.
Of je wilde heel slim vragen of ik getrouwd was.
Ich dachte, es sei die kluge Art zu fragen, ob ich verheiratet bin.
Ik hoorde dat ze getrouwd was.
Ich erfuhr, dass sie geheiratet hatte.
Ik wist niet dat ie getrouwd was.
Ich wusste nicht, dass er verheiratet ist.
Ik wist niet dat hij getrouwd was.
Ich wusste nicht, dass er verheiratet war.
Denk je dat ik zelfmoord wilde plegen, omdat je getrouwd was?
Du denkst, ich wollte mich umbringen. Weil du Emily geheiratet hast?
Ik vertelde je eerder dat ik getrouwd was.
Ich hab' dir mal gesagt, dass ich verheiratet bin.
Uitslagen: 531, Tijd: 0.0821

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits