WAS GEWEEST - vertaling in Duits

• gewesen wäre
• hatte
• gäbe
• geworden wäre
• ausgedrückt
• gewesen war
• gewesen wärst
• gewesen wären
• hätte
• hat
• gegeben
• habe
• geworden wärst

Voorbeelden van het gebruik van Was geweest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

zus die er anders niet was geweest.
ein Bruder oder eine Schwester, die es sonst nicht gäbe.

Kesselring verliefd op haar was geweest.
Kesselring sie geliebt hatte.

Ik dacht dat ik duidelijk was geweest.
Ich habe mich klar ausgedrückt.

Als je niet zo dapper was geweest hadden we jullie nooit gevonden.
Wenn Sie nicht so tapfer gewesen wären, hätten wir Sie niemals gefunden.

Als jij er niet was geweest, leefde ze nog.
Wenn du nicht gewesen wärst, würde sie immer noch leben.

Dat ik 'n schoft was geweest.
Dass ich ein mieser Kerl gewesen war.

Wat het was geweest als de rechter niet had ingegrepen.
Was es sowieso gewesen wäre, hätte der Richter nicht eingegriffen.

En als het een jongen was geweest?
Und wenn's nun ein Junge geworden wäre?

Als zij er niet was geweest.
Und wenn es sie nicht gäbe.

Kesselring verliefd op haar was geweest?
Kesselring sie geliebt hatte.

Ik dacht dat ik wel duidelijk was geweest.
Ich dachte, ich hätte mich klar ausgedrückt.

Maar hij was lekkerder geweest in San Francisco.
Aber in San Fransisco hätte er besser geschmeckt.

Als jij er niet was geweest was ik nu dood?
Er hätte mich auch getötet, wenn Sie nicht gewesen wären, also… Hey, warum sind Sie gefesselt?

Als je meer hier was geweest, had je het antwoord geweten.
Wenn du öfter hier gewesen wärst, wüsstest du die Antwort.

hij hier niet zo grondig was geweest.
er hier nicht so sorgfältig gewesen war.

Als hij erbij was geweest.
Wenn er da gewesen wäre.

Ik ben wat zei was geweest zonder u.
Ich bin, was Alice ohne Sie geworden wäre.

Als het penoze was geweest, had ik niks gehoord.
Wenn es Gangster gewesen wären, hätte ich nichts gehört.

Als je op tijd was geweest, wist je dat.
Wenn du pünktlich gewesen wärst, wüsstest du es.

haar dochter op bezoek was geweest.
ihre Tochter sie besucht hat.