HAT - vertaling in Nederlands

• heeft
• is
• kreeg
• deed
• zit
• had
• hebben
• heb
• was
• zijn
• krijgt
• ben
• doet
• zat

Voorbeelden van het gebruik van Hat in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Hannah hat eine Stelle in Frankreich.
Hannah kreeg een baan in Frankrijk.

Nein, nein, nein, nein. Er hat die Leckerchen gefunden.
Hij heeft de snoepjes ontdekt. Nee, nee.

Sie hat einen Schwulen geheiratet.
Ze is met een homo getrouwd.

Boden hat dir Caseys Büro gegeben?
Heb je Casey's kantoor gekregen van Boden?

Hat Grandma vom Geheimraum erzählt?
Zou oma ze verteld hebben over de geheime kamer?

Wieso hat sie dich umarmt?
Waarom had ze je in haar armen?

Er hat mir wehgetan, Eve.
Hij deed me pijn, Eve.

Joe, was hat das mit dem Radulovich-Unfug auf sich?
Joe, hoe zit dat met die Radulovich?

Er hat ein Angebot von Bell Labs.
Hij kreeg een aanbod van Bell Labs.

Wenn er es Ihnen nicht gesagt hat.
Dat heeft hij niet voor niets verzwegen.

Hat sie jemand begleitet?
Is er iemand bij je?

Vielleicht hat er sich Fossilien angeguckt.
Hij was wellicht naar z'n fossielen aan het kijken.

Hat mir auf der Akademie gar keiner beigebracht.
Dat heb ik niet geleerd op de academie.

Keiner der Nachbarn hat etwas gesehen?
Hebben de buren niets gezien?

Weil er mir leidgetan hat.
Ik had medelijden met hem.

Das hat Ellen auch gemacht-.
Dat deed Ellen ook.

Whitney Houston hat Bobby Brown.
Whitney Houston zit met Bobby Brown.

Er hat zwei Wochen Kündigungsfrist.
Hij kreeg twee weken opzegtermijn.

Sie hat etwas, das man den… Faktor-Sieben-Mangel nennt.
Ze heeft, wat men de… Factor-zeven-fout, noemt.

Er hat eine Bisswunde an der Hand.
Hij is in z'n hand gebeten.