DEED - vertaling in Duits

tat
doen
maken
aandoen
gebeuren
hat
hebben
krijgen
zitten
machte
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
war
zijn
zitten
staan
ließ
laten
kunnen
doen
geven
houden
achterlaten
gaan
mogen
nahm
nemen
pakken
gebruiken
gaan
halen
doen
hebben
kiezen
accepteren
keuren
angetan hat
legte
leggen
stellen
doen
zetten
laten
plaatsen
gaan
hechten
bepalen
geven
tatst
deed
habe
hebben
krijgen
zitten
getan
doen
maken
aandoen
gebeuren
taten
doen
maken
aandoen
gebeuren
hast
hebben
krijgen
zitten
tut
doen
maken
aandoen
gebeuren
macht
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
machst
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
gemacht
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
haben
hebben
krijgen
zitten
warst
zijn
zitten
staan

Voorbeelden van het gebruik van Deed in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zeg je dat ze het deed om deskundige te worden?
Meinst du, sie nahm sein Geld, um Expertin zu werden?
Dat deed Ellen ook.
Das hat Ellen auch gemacht-.
Ze deed alles voor me.
Sie machte alles für mich.
Wat deed je moeder met jou?
Was tat deine Mom?
Ze deed al haar meubels weg en haar appartement.
Sie ließ alle ihre Möbel und ihre Wohnung zurück.
Sorry als ik daarstraks raar deed.
Tut mir Leid, dass das vorhin seltsam war.
Je deed het voor mij.
Du tatst das für mich.
Ik deed er altijd een tekening bij.
Ich legte immer coole Bilder bei.
Hij deed z'n ring af, maar ik wist het.
Er nahm seinen Ehering ab, aber ich wusste Bescheid.
En waarom deed hij dat?
Und warum machte er das?
Hij deed mijn moeder pijn.
Er hat meiner Mutter wehgetan.
Wat deed ze op het dak?
Was tat sie auf dem Dach?
Ze deed al haar meubels weg en haar appartement.
Sie ließ alle Möbel und ihre Wohnung zurück.
Wat dat ook deed, het was geen hond.
Was immer ihr das angetan hat, es war kein Hund.
Ik weet dat hij het niet deed.
Ich weiß, dass er es nicht war.
Waarom deed je dat? In de ring?
Im Ring.- Warum tatst du das?
Hij deed z'n handen rond m'n hals.
Er legte seine Hände um meinen Hals.
Hij deed ze nooit uit.
Er nahm sie nie ab.
Hij deed het zes maanden geleden in het geheim.
Er machte das vor sechs Monaten, heimlich.
Kyle, deed hij je pijn?
Kyle, hat er dir wehgetan?
Uitslagen: 27438, Tijd: 0.0774

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits