HATTE - vertaling in Nederlands

had
haben
brauchen
verfügen
besitzen
reden
sein
geben
was
sind
wurden
haben
geben
kreeg
bekommen
erhalten
kriegen
haben
werden
bringen
geben
gewinnen
holen
können
zat
sitzen
haben
stecken
hinsetzen
platz
liegen
befinden sich
hängen
da
verbringen
heb
haben
brauchen
verfügen
besitzen
reden
sein
geben
heeft
haben
brauchen
verfügen
besitzen
reden
sein
geben
hadden
haben
brauchen
verfügen
besitzen
reden
sein
geben
is
sind
wurden
haben
geben
ben
sind
wurden
haben
geben
waren
sind
wurden
haben
geben

Voorbeelden van het gebruik van Hatte in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Und in dem Moment hatte ich wohl einen Aussetzer.
Op dat moment kreeg ik een black-out.
Nicht, dass ich eine Wahl hatte.
Veel keus had ik niet.
Sie hatte ein Date mit ihm.
Ze is met hem uitgeweest.
Man hatte Schwester Megan gefunden.
Ze hadden zuster Megan gevonden.
Sie hatte schon vier Drinks.
Ze heeft al vier drankjes op.
Ich hatte eine Zigarette drin.
Ik heb gerookt, maar in mijn hut.
Ich hatte nur ein paar Drinks.
Ik was gewoon iets aan het drinken.
Ich hatte Zoff mit meiner Mutter.
Ik kreeg ruzie met mijn moeder.
Aber vielleicht hatte Riley mehr davon in seinem Kreislauf.
Misschien zat er bij Riley meer in zijn bloedsomloop.
Sie hatte keine Familie, keine Freunde, keine Angehörigen.
Ze had geen familie, vrienden of geliefden.
Mein Truck hatte eine Panne und wir sind hier gestrandet.
Mijn auto is kapot en we zijn hier gestrand.
Ich hatte nicht vor, etwas zu stehlen.
Ik ben niet naar zijn kantoor gegaan om iets te stelen.
Sie hatte 11 Twitterer.
Ze heeft elf twitter… 's.
Ich hatte Seitenstechen.
Ik heb pijn in m'n zij.
Wir hatte einen Deal, und Sie haben mich angeschissen.
We hadden een deal en jij hebt me belazerd.
Sie hatte keine Wahl.
Het was niet haar keuze.
Ich hatte 40 Sekunden mit meinem Vater. Was?
Ik kreeg 40 seconden met mijn vader. Wat?
Ich hatte auf einen Graham-Cracker gehofft.
Ik zat te hopen op een koekje.
Er hatte die Gossamer-Bücher im Haus.
Hij had al die Gossamer-boeken.
Denn ich hatte einmal drei Töchter.
Want er waren eens drie dochters.
Uitslagen: 171684, Tijd: 0.1016

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands